Wederzijdse erkenning

Wederzijdse erkenning

Het is niet evident om een ​​certificaat op EU- of internationaal niveau te creëren, certificering is een nationale of regionale autoriteit. Daarom hanteren we het principe van wederzijdse erkenning. De assessmentcentra van onze leden gebruiken allemaal dezelfde beroepsnormen en kwaliteitsprocedures. Ze waarborgen gezamenlijk de kwaliteit van de beoordeling. Op deze manier kunnen ze er zeker van zijn dat een certificaat van een van hen dezelfde waarde heeft als het eigen. Ze valideren de certificaten als een consortium en garanderen de geldigheid ervan in alle landen met een ETTEC-assessmentcentrum.

De gemeenschappelijke certificaten zijn gebaseerd op 3 principes, ontwikkeld in het TALQ-project:

Transparantie

Als een certificaat door verschillende landen moet worden geaccepteerd, dient duidelijk te zijn wat het precies betekent, ook om tot wederzijds begrip te komen. Om een ​​begrijpelijk certificeringtraject te kunnen schrijven, is tevens een gemeenschappelijke taal nodig.

Wij gebruiken ESCO, aangevuld met een sectorale laag, als een gemeenschappelijke taal om het certificaat te beschrijven. Hierdoor passen de certificaten in alle nationale competentiesystemen en zijn ze begrijpelijk voor alle stakeholders.

Vertrouwen

Een certificaat is even geldig als het vertrouwen dat de sector hem geeft. Dit betekent te garanderen dat de persoon met het certificaat in staat is om te presteren, dat hij de competenties beheerst die in het certificaat worden beschreven. Dit vertrouwen kan worden bereikt door een grondige kwaliteitsborging van de beoordeling.

We hebben een sterk kwaliteitssysteem ontwikkeld met controlemechanismes om ervoor te zorgen dat de kandidaat gelijk wordt behandeld, assessoren onafhankelijk kunnen werken en de assessmentcentra zeker kunnen zijn van elkaars kwaliteitsnormen.

Vrijheid

Het belang van culturele verschillen, weerspiegeld in verschillende onderwijs- en opleidingsmethoden, tradities en variaties in beroepen, is nog steeds een essentieel uitgangspunt voor het EU-beleid. Een internationaal certificaat moet voldoende vrijheid laten om zich aan te passen aan de verschillende onderwijssystemen en -tradities.

We zorgen voor de vrijheid van de verschillende landen en regio's door ons uitsluitend te concentreren op de beoordeling voor een certificaat. We bemoeien ons niet met de manier waarop individuen worden opgeleid of onderwezen.